zonder vaar of vrees


zonder vaar of vrees 1.0

((vooral) in België)

zonder vrees; onbevreesd; onvervaard; onverschrokken; manmoedig; moedig

Algemene voorbeelden


Het gezag van de Franse premier is vergruizeld door zijn nederlaag over zijn banenplan voor jongeren. De man die had aangekondigd dat hij de politiek zonder vaar of vrees zou bedreigen, dat hij "ruggengraat" had, moest capituleren over de hele lijn.

http://www.standaard.be/cnt/gqjqrkhf,

Na de oorlog heropende Het Handelsblad zijn deuren en mocht Bruno de Winter zich vlijtig verder bekwamen in het journalistieke vak. Hij vroeg en kreeg een eigen kolommetje – tegenwoordig moet het een "column" heten – op de rechterkant van de voorpagina, waarin hij zonder vaar of vrees van leer trok tegen de heersende politieke klasse die hij in de praatbarak aan het werk had gezien en gehoord en hij ondertekende zijn scherpe, ironisch satirische pennenvruchten met de schuilnaam "'t Pallieterke".

https://pallieterke.net/over-ons/geschiedenis/

De figuur van Koning Albert I is na de oorlog de mythologie van de Belgische geschiedenis ingegaan als de koene ridder zonder vaar of vrees die onversaagd de overweldiger bestreed en België redde van de ondergang. De koning zelf was met de officieuze titel van zijn hagiografen niet erg opgezet.

http://nl.milpedia.org/wiki/Koning_Albert_I_Monument,

Advocaat Paul Engelen, bijzonder assertief en zonder vaar of vrees, wilde van de getuige weten of er nadien afgesproken werd wat te verklaren over wat daar was gebeurd.

http://www.assisen.be/ao4-dag-8d-met-drugs-in-je-lijf-loopt-het-finaal-altijd-verkeerd/,